smudge

US /smʌdʒ/
UK /smʌdʒ/
"smudge" picture
1.

vlek, veeg

a blurred or smeared mark on a surface

:
•
There's a dirty smudge on the window.
Er zit een vieze vlek op het raam.
•
She wiped away the ink smudge from the paper.
Ze veegde de inktvlek van het papier.
:
stainmarkblotstreaksmear
1.

uitvegen, vlekken

to cause something to become messy or blurred by rubbing it

:
•
Be careful not to smudge the wet paint.
Pas op dat je de natte verf niet uitveegt.
•
Her tears began to smudge her mascara.
Haar tranen begonnen haar mascara te uitvegen.
:
smearblurstreakstaindirty