showcase
US /ˈʃoʊ.keɪs/
UK /ˈʃoʊ.keɪs/
1.
vitrine, etalage
a display case, as in a museum or store
:
•
The museum's new exhibit features ancient artifacts in a beautifully lit showcase.
De nieuwe tentoonstelling van het museum toont oude artefacten in een prachtig verlichte vitrine.
•
The jeweler carefully placed the diamond necklace back into the velvet-lined showcase.
De juwelier plaatste de diamanten ketting voorzichtig terug in de met fluweel beklede vitrine.
2.
etalage, presentatie, platform
an event or situation that displays something or someone to their best advantage
:
•
The concert was a perfect showcase for the young pianist's talent.
Het concert was een perfecte etalage voor het talent van de jonge pianist.
•
The annual tech expo serves as a showcase for the latest innovations.
De jaarlijkse techbeurs dient als een etalage voor de nieuwste innovaties.
1.
presenteren, tentoonstellen, laten zien
to exhibit or display something or someone to their best advantage
:
•
The fashion designer used the runway to showcase her latest collection.
De modeontwerper gebruikte de catwalk om haar nieuwste collectie te presenteren.
•
The festival aims to showcase local artists and their unique crafts.
Het festival heeft als doel lokale kunstenaars en hun unieke ambachten te presenteren.