salve
US /sæv/
UK /sæv/
1.
zalf, balsem
an ointment used to promote healing of the skin or as protection
:
•
She applied a soothing salve to the burn.
Ze bracht een verzachtende zalf aan op de brandwond.
•
The old herbalist prepared a special salve for aching joints.
De oude kruidendokter bereidde een speciale zalf voor pijnlijke gewrichten.
2.
balsem, troost, geneesmiddel
something that soothes or heals a wound or pain
:
•
His kind words were a true salve to her wounded spirit.
Zijn vriendelijke woorden waren een ware balsem voor haar gekwetste ziel.
•
Time is often the best salve for grief.
Tijd is vaak de beste balsem tegen verdriet.
1.
verzachten, sussen, genezen
to soothe a wound or pain
:
•
He tried to salve his conscience by apologizing.
Hij probeerde zijn geweten te sussen door zich te verontschuldigen.
•
The doctor gently salved the child's scraped knee.
De dokter verzachtte voorzichtig de geschaafde knie van het kind.