responsibility
US /rɪˌspɑːn.səˈbɪl.ə.t̬i/
UK /rɪˌspɑːn.səˈbɪl.ə.t̬i/
1.
verantwoordelijkheid, plicht
the state or fact of having a duty to deal with something or of having control over someone
:
•
It's your responsibility to ensure the project is completed on time.
Het is jouw verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het project op tijd wordt voltooid.
•
Parents have a great responsibility for their children's upbringing.
Ouders hebben een grote verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen.
2.
verantwoordelijkheid, taken
a thing which one is required to do as part of a job, role, or legal obligation
:
•
His main responsibility is managing the team.
Zijn belangrijkste verantwoordelijkheid is het managen van het team.
•
She takes her responsibilities very seriously.
Ze neemt haar verantwoordelijkheden zeer serieus.