responsible

US /rɪˈspɑːn.sə.bəl/
UK /rɪˈspɑːn.sə.bəl/
"responsible" picture
1.

verantwoordelijk

having an obligation to do something, or having control over or care for someone or something

:
You are responsible for your own actions.
Je bent verantwoordelijk voor je eigen daden.
She is responsible for managing the team.
Zij is verantwoordelijk voor het managen van het team.
2.

verantwoordelijk voor, oorzaak van

being the cause of something

:
Heavy rain was responsible for the flooding.
Zware regen was verantwoordelijk voor de overstroming.
Who is responsible for this mess?
Wie is verantwoordelijk voor deze puinhoop?
3.

verantwoordelijk, betrouwbaar

capable of being trusted or relied on

:
He is a very responsible and reliable employee.
Hij is een zeer verantwoordelijke en betrouwbare werknemer.
We need a responsible person to handle this task.
We hebben een verantwoordelijk persoon nodig om deze taak af te handelen.