require

US /rɪˈkwaɪr/
UK /rɪˈkwaɪr/
"require" picture
1.

vereisen, nodig hebben

need for a particular purpose

:
•
The recipe requires three eggs.
Het recept vereist drie eieren.
•
This task requires careful attention to detail.
Deze taak vereist nauwkeurige aandacht voor detail.
:
needdemandcall forentailinvolve
2.

verplichten, eisen

officially compel (someone) to do something

:
•
The law requires all citizens to pay taxes.
De wet verplicht alle burgers om belasting te betalen.
•
The school requires students to wear uniforms.
De school verplicht studenten om uniformen te dragen.
:
obligecompelforceinsist onstipulate
:
requirement