repast
US /rɪˈpæst/
UK /rɪˈpæst/

1.
maaltijd, maal
a meal
:
•
We enjoyed a delicious repast at the local inn.
We genoten van een heerlijke maaltijd in de plaatselijke herberg.
•
The travelers paused for a brief repast before continuing their journey.
De reizigers pauzeerden voor een korte maaltijd voordat ze hun reis voortzetten.