privileged
US /ˈprɪv.əl.ɪdʒd/
UK /ˈprɪv.əl.ɪdʒd/
1.
bevoorrecht
having special rights, advantages, or immunities
:
•
Only a privileged few have access to the executive lounge.
Slechts een bevoorrechte groep heeft toegang tot de executive lounge.
•
She comes from a very privileged background.
Ze komt uit een zeer bevoorrechte achtergrond.
2.
vertrouwelijk, geheim
treated with special secrecy; confidential
:
•
This information is highly privileged and should not be shared.
Deze informatie is zeer vertrouwelijk en mag niet worden gedeeld.
•
The lawyer claimed the communication was privileged.
De advocaat beweerde dat de communicatie vertrouwelijk was.
1.
bevoorrechten, voordelen geven
grant (someone) a privilege or privileges
:
•
The king privileged his most loyal subjects with land.
De koning bevoorrechte zijn meest loyale onderdanen met land.
•
Her talent privileged her to a scholarship.
Haar talent bevoorrechte haar met een beurs.