pour out
US /pɔːr aʊt/
UK /pɔːr aʊt/
1.
uitstorten, uiten
to express one's feelings or thoughts freely and fully
:
•
She needed to pour out her heart to a friend.
Ze moest haar hart uitstorten bij een vriendin.
•
He would often pour out his frustrations in his diary.
Hij stortte vaak zijn frustraties uit in zijn dagboek.
2.
uitgieten, schenken
to cause a liquid to flow out of a container
:
•
He began to pour out the water from the bucket.
Hij begon het water uit de emmer te gieten.
•
The machine will automatically pour out the correct amount of coffee.
De machine zal automatisch de juiste hoeveelheid koffie uitschenken.