Betekenis van het woord pepper in het Nederlands
Wat betekent pepper in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
pepper
US /ˈpep.ɚ/
UK /ˈpep.ɚ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
peper
a pungent, hot-tasting powder prepared from dried and ground peppercorns, used as a spice or condiment to flavor food.
Voorbeeld:
•
Please pass the salt and pepper.
Geef alsjeblieft het zout en de peper door.
•
She seasoned the steak with plenty of black pepper.
Ze kruidde de biefstuk met veel zwarte peper.
2.
paprika, chilipeper
a fruit of a plant of the genus Capsicum, with a pungent or mild flavor, used as a vegetable or spice.
Voorbeeld:
•
Add some sliced bell pepper to the salad.
Voeg wat gesneden paprika toe aan de salade.
•
He likes spicy food, so he always adds chili pepper.
Hij houdt van pittig eten, dus hij voegt altijd chili peper toe.
Synoniem:
Werkwoord
1.
peperen, kruiden met peper
to sprinkle or season with pepper.
Voorbeeld:
•
Don't forget to pepper the chicken before roasting.
Vergeet niet de kip te peperen voordat je hem roostert.
•
The chef carefully peppered the dish to perfection.
De chef peperde het gerecht zorgvuldig tot in de perfectie.
2.
bestoken, bekogelen
to hit or bombard with a rapid succession of small missiles or blows.
Voorbeeld:
•
The boxer continued to pepper his opponent with jabs.
De bokser bleef zijn tegenstander bestoken met stoten.
•
The protesters began to pepper the police with stones.
De demonstranten begonnen de politie met stenen te bekogelen.
Leer dit woord op Lingoland