outer
US /ˈaʊ.t̬ɚ/
UK /ˈaʊ.t̬ɚ/

1.
2.
verder van het midden, buitenste
further from the center or middle
:
•
The outer ring of the target is worth fewer points.
De buitenste ring van het doel is minder punten waard.
•
They live on the outer edge of the city.
Ze wonen aan de buitenste rand van de stad.