Betekenis van het woord married in het Nederlands

Wat betekent married in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

married

US /ˈmer.id/
UK /ˈmer.id/
"married" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

getrouwd

having a husband or wife; united in marriage

Voorbeeld:
They have been happily married for twenty years.
Ze zijn al twintig jaar gelukkig getrouwd.
Is she married or single?
Is ze getrouwd of vrijgezel?

Voltooid Deelwoord

1.

getrouwd

past participle of marry

Voorbeeld:
They got married in a small ceremony.
Ze zijn getrouwd in een kleine ceremonie.
She was married to her childhood sweetheart.
Ze was getrouwd met haar jeugdliefde.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: