Betekenis van het woord march in het Nederlands

Wat betekent march in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

march

US /mɑːrtʃ/
UK /mɑːrtʃ/
"march" picture

Werkwoord

1.

marcheren, lopen

walk in a military manner with a regular, measured tread

Voorbeeld:
The soldiers marched in perfect formation.
De soldaten marcheerden in perfecte formatie.
They marched for miles through the desert.
Ze marcheerden kilometers door de woestijn.
2.

lopen, gaan

walk quickly and with purpose

Voorbeeld:
She marched into the office and demanded to speak to the manager.
Ze liep het kantoor binnen en eiste de manager te spreken.
He marched out of the room in anger.
Hij liep boos de kamer uit.

Zelfstandig Naamwoord

1.

mars, optocht

an act of walking with a regular, measured tread, especially by a group of people

Voorbeeld:
The protest began with a peaceful march through the city.
Het protest begon met een vreedzame mars door de stad.
The band played a lively march.
De band speelde een levendige mars.
2.

maart

the third month of the year, in the northern hemisphere usually considered the first month of spring

Voorbeeld:
My birthday is in March.
Mijn verjaardag is in maart.
We are planning a trip for next March.
We plannen een reis voor volgende maart.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: