make mincemeat of someone

US /meɪk ˈmɪnsmiːt ʌv ˈsʌmˌwʌn/
UK /meɪk ˈmɪnsmiːt ʌv ˈsʌmˌwʌn/
"make mincemeat of someone" picture
1.

gehakt maken van, met de grond gelijk maken

to defeat someone very easily or thoroughly

:
Our team will make mincemeat of the opposing team in the final.
Ons team zal het andere team met de grond gelijk maken in de finale.
The lawyer made mincemeat of the witness during cross-examination.
De advocaat maakte gehakt van de getuige tijdens het kruisverhoor.