lightweight
US /ˈlaɪt.weɪt/
UK /ˈlaɪt.weɪt/
1.
lichtgewicht
of little weight; easy to carry or lift
:
•
The new laptop is incredibly lightweight, making it perfect for travel.
De nieuwe laptop is ongelooflijk lichtgewicht, waardoor hij perfect is voor op reis.
•
She prefers lightweight fabrics for her summer clothes.
Ze geeft de voorkeur aan lichtgewicht stoffen voor haar zomerkleding.
2.
oppervlakkig, onbeduidend
lacking in depth, seriousness, or importance
:
•
His arguments were too lightweight to convince the jury.
Zijn argumenten waren te lichtgewicht om de jury te overtuigen.
•
The movie was entertaining but ultimately a bit lightweight.
De film was vermakelijk, maar uiteindelijk een beetje lichtgewicht.
1.
lichtgewicht, onbeduidend persoon
a person of little importance or influence
:
•
He was considered a lightweight in the political arena.
Hij werd beschouwd als een lichtgewicht in de politieke arena.
•
Don't listen to him; he's just a lightweight.
Luister niet naar hem; hij is maar een lichtgewicht.
2.
lichtgewicht
a boxer or wrestler weighing more than a featherweight and less than a welterweight
:
•
The lightweight champion defended his title in a thrilling match.
De lichtgewicht kampioen verdedigde zijn titel in een spannende wedstrijd.
•
He moved up from featherweight to the lightweight division.
Hij schoof op van vedergewicht naar de lichtgewicht divisie.