lift up
US /lɪft ʌp/
UK /lɪft ʌp/

1.
2.
opbeuren, verheffen
to improve someone's mood or spirits
:
•
A good song can really lift up your spirits.
Een goed liedje kan je humeur echt opbeuren.
•
Her kind words helped to lift up the team's morale.
Haar vriendelijke woorden hielpen om het moreel van het team op te krikken.