hoist

US /hɔɪst/
UK /hɔɪst/
"hoist" picture
1.

hijsen, optrekken

raise (something) by means of ropes and pulleys.

:
•
The sailors began to hoist the sails.
De zeelieden begonnen de zeilen te hijsen.
•
They used a crane to hoist the heavy machinery.
Ze gebruikten een kraan om de zware machines te hijsen.
:
raiseliftelevatehaul uppull up
1.

hefinrichting, takel

a device used for lifting things.

:
•
The mechanic used a hydraulic hoist to lift the car.
De monteur gebruikte een hydraulische hefinrichting om de auto op te tillen.
•
The stage crew prepared the hoist for the scenery change.
De toneelploeg bereidde de hefinrichting voor de decorwissel voor.
:
cranewinchpulleylift