leaning

US /ˈliː.nɪŋ/
UK /ˈliː.nɪŋ/
"leaning" picture
1.

leunend, hellend

inclining or bending from a vertical position

:
The tower is visibly leaning to one side.
De toren leunt zichtbaar naar één kant.
He was leaning against the wall, deep in thought.
Hij leunde tegen de muur, diep in gedachten.
1.

neiging, voorkeur, aanleg

a tendency or preference; a bias

:
She has a strong leaning towards classical music.
Ze heeft een sterke voorkeur voor klassieke muziek.
His political leaning became more apparent over time.
Zijn politieke neiging werd na verloop van tijd duidelijker.