Betekenis van het woord kinship in het Nederlands
Wat betekent kinship in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
kinship
US /ˈkɪn.ʃɪp/
UK /ˈkɪn.ʃɪp/

Zelfstandig Naamwoord
1.
verwantschap, familieband
the state of being related by origin, marriage, or other relationship
Voorbeeld:
•
There was a strong sense of kinship among the members of the tribe.
Er was een sterk gevoel van verwantschap onder de leden van de stam.
•
The two families share a close kinship through marriage.
De twee families delen een nauwe verwantschap door huwelijk.
2.
verbondenheid, affiniteit
a feeling of being close or connected to other people
Voorbeeld:
•
He felt a deep sense of kinship with the people he met during his travels.
Hij voelde een diep gevoel van verbondenheid met de mensen die hij tijdens zijn reizen ontmoette.
•
Despite their different backgrounds, they found a surprising kinship in their shared passion for art.
Ondanks hun verschillende achtergronden vonden ze een verrassende verwantschap in hun gedeelde passie voor kunst.
Leer dit woord op Lingoland