Betekenis van het woord bond in het Nederlands

Wat betekent bond in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

bond

US /bɑːnd/
UK /bɑːnd/
"bond" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

band, verbinding

a thing used to tie something or to fasten things together

Voorbeeld:
The prisoner was held by a strong bond.
De gevangene werd vastgehouden door een sterke band.
The rope served as a secure bond.
Het touw diende als een veilige verbinding.
2.

band, verbinding

a close connection joining two or more people or groups

Voorbeeld:
There was a strong bond between the siblings.
Er was een sterke band tussen de broers en zussen.
Their shared experiences created an unbreakable bond.
Hun gedeelde ervaringen creëerden een onbreekbare band.
3.

obligatie, waardepapier

a certificate of debt issued by a government or company, promising to pay back the borrowed money at a fixed interest rate on a specified date

Voorbeeld:
She invested in government bonds.
Ze investeerde in staatsobligaties.
The company issued new corporate bonds.
Het bedrijf gaf nieuwe bedrijfsobligaties uit.

Werkwoord

1.

binden, hechten

to join or be joined securely to something else, especially by means of an adhesive substance, or by physical or chemical forces

Voorbeeld:
The glue will bond the two pieces of wood together.
De lijm zal de twee stukken hout aan elkaar verbinden.
These atoms bond to form a molecule.
Deze atomen binden zich om een molecuul te vormen.
2.

binden, een band opbouwen

to develop a close relationship with someone

Voorbeeld:
Parents often bond with their babies immediately after birth.
Ouders binden zich vaak onmiddellijk na de geboorte met hun baby's.
The team members quickly bonded during the retreat.
De teamleden bonden snel tijdens de retraite.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: