Betekenis van het woord independence in het Nederlands
Wat betekent independence in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
independence
US /ˌɪn.dɪˈpen.dəns/
UK /ˌɪn.dɪˈpen.dəns/

Zelfstandig Naamwoord
1.
onafhankelijkheid, zelfstandigheid
the fact or state of being independent
Voorbeeld:
•
The country gained its independence in 1960.
Het land verwierf zijn onafhankelijkheid in 1960.
•
She values her financial independence.
Ze hecht waarde aan haar financiële onafhankelijkheid.
Leer dit woord op Lingoland