hopeful

US /ˈhoʊp.fəl/
UK /ˈhoʊp.fəl/
"hopeful" picture
1.

hoopvol, optimistisch

feeling or inspiring optimism about a future event

:
She felt hopeful about her chances of getting the job.
Ze voelde zich hoopvol over haar kansen om de baan te krijgen.
The doctor gave us a hopeful prognosis.
De dokter gaf ons een hoopvolle prognose.
1.

hoopvolle, kandidaat

a person who is hopeful

:
The young hopeful waited for the audition results.
De jonge hoopvolle wachtte op de auditieresultaten.
Many hopefuls gathered for the talent show.
Vele hoopvollen verzamelden zich voor de talentenjacht.