home office
US /ˈhoʊm ˌɔː.fɪs/
UK /ˈhoʊm ˌɔː.fɪs/
1.
thuiskantoor, werkkamer
a room in someone's house that is used for working in
:
•
I spend most of my day working in my home office.
Ik breng het grootste deel van mijn dag door met werken in mijn thuiskantoor.
•
Our new house has a dedicated home office space.
Ons nieuwe huis heeft een speciale thuiskantoorruimte.
2.
Ministerie van Binnenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken
a government department in the UK that deals with internal affairs, such as law and order, immigration, and security
:
•
The new immigration policy was announced by the Home Office.
Het nieuwe immigratiebeleid werd aangekondigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
•
Security matters fall under the jurisdiction of the Home Office.
Veiligheidszaken vallen onder de jurisdictie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.