hem and haw
US /hem ən hɔː/
UK /hem ən hɔː/

1.
aarzelen, stamelen, om de hete brij heen draaien
to hesitate or be indecisive, especially when speaking, often by using filler words or avoiding a direct answer
:
•
When asked about his plans, he started to hem and haw.
Toen hem naar zijn plannen werd gevraagd, begon hij te aarzelen en te stamelen.
•
Don't hem and haw, just give me a straight answer.
Niet aarzelen en stamelen, geef me gewoon een direct antwoord.
: