waver
US /ˈweɪ.vɚ/
UK /ˈweɪ.vɚ/

1.
aarzelen, wankelen, twijfelen
to be undecided between two opinions or courses of action; be irresolute
:
•
He started to waver on his decision to move abroad.
Hij begon te aarzelen over zijn besluit om naar het buitenland te verhuizen.
•
Her confidence began to waver as the deadline approached.
Haar zelfvertrouwen begon te wankelen naarmate de deadline naderde.