loosen your grip
US /ˈluːsən jʊər ɡrɪp/
UK /ˈluːsən jʊər ɡrɪp/

1.
greep versoepelen, controle loslaten
to relax one's control or hold on something or someone
:
•
You need to loosen your grip on your children and let them make their own decisions.
Je moet je greep versoepelen op je kinderen en ze hun eigen beslissingen laten nemen.
•
The climber had to loosen his grip on the rope to adjust his position.
De klimmer moest zijn greep op het touw versoepelen om zijn positie aan te passen.