grind
US /ɡraɪnd/
UK /ɡraɪnd/

1.
malen, verpulveren
reduce (something) to small particles or powder by crushing it
:
•
She used a mortar and pestle to grind the spices.
Ze gebruikte een vijzel om de kruiden te malen.
•
The machine can grind coffee beans into a fine powder.
De machine kan koffiebonen tot een fijn poeder malen.
2.
1.
sleuven, zwoegen
a repetitive or tedious task or period of work
:
•
The daily grind of commuting was exhausting.
De dagelijkse sleuven van het woon-werkverkeer waren uitputtend.
•
He was tired of the constant grind of his job.
Hij was moe van de constante sleuven van zijn werk.