give someone credit for
US /ɡɪv ˌsʌm.wʌn ˈkred.ɪt fɔːr/
UK /ɡɪv ˌsʌm.wʌn ˈkred.ɪt fɔːr/

1.
iemand de eer geven voor, iemand iets toekennen
to acknowledge someone's contribution or achievement
:
•
You have to give him credit for trying, even if he didn't succeed.
Je moet hem de eer geven voor het proberen, zelfs als hij niet slaagde.
•
I'll give you credit for finishing the project on time.
Ik zal je de eer geven voor het op tijd afronden van het project.