understand

US /ˌʌn.dɚˈstænd/
UK /ˌʌn.dɚˈstænd/
"understand" picture
1.

begrijpen, verstaan

perceive the intended meaning of (words, a language, or a speaker)

:
I don't understand what you mean.
Ik begrijp niet wat je bedoelt.
She can understand French.
Ze kan Frans verstaan.
2.

begrijpen, interpreteren

interpret or view (something) in a particular way

:
I understand that you're upset.
Ik begrijp dat je van streek bent.
We understand the risks involved.
Wij begrijpen de risico's die ermee gepaard gaan.