Betekenis van het woord frock in het Nederlands

Wat betekent frock in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

frock

US /frɑːk/
UK /frɑːk/
"frock" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

jurk, japon

a woman's or girl's dress

Voorbeeld:
She wore a beautiful silk frock to the party.
Ze droeg een prachtige zijden jurk naar het feest.
The little girl twirled around in her new summer frock.
Het kleine meisje draaide rond in haar nieuwe zomerjurk.
Synoniem:
2.

pij, habijt

a long, loose garment, typically worn by monks or priests

Voorbeeld:
The monk wore a simple brown frock.
De monnik droeg een eenvoudige bruine pij.
Priests often wear a black frock during ceremonies.
Priesters dragen vaak een zwarte pij tijdens ceremonies.

Werkwoord

1.

kleden, aankleden

to dress in a frock

Voorbeeld:
She was frocked in a beautiful gown for the ball.
Ze was gekleed in een prachtige japon voor het bal.
The new recruits were officially frocked into their military uniforms.
De nieuwe rekruten werden officieel gekleed in hun militaire uniformen.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: