flush out
US /flʌʃ aʊt/
UK /flʌʃ aʊt/
1.
verdrijven, achterhalen
to force someone or something out of a hiding place
:
•
The police tried to flush out the suspects from the building.
De politie probeerde de verdachten uit het gebouw te verdrijven.
•
We need to flush out the truth about what happened.
We moeten de waarheid over wat er gebeurd is achterhalen.
2.
doorspoelen, reinigen
to clean something by forcing water through it
:
•
You should flush out the pipes regularly to prevent blockages.
Je moet de leidingen regelmatig doorspoelen om verstoppingen te voorkomen.
•
The plumber had to flush out the entire drainage system.
De loodgieter moest het hele afvoersysteem doorspoelen.