flushed

US /flʌʃt/
UK /flʌʃt/
"flushed" picture
1.

rood, blozend

reddened, especially in the face, from illness, emotion, or heat

:
Her face was flushed with embarrassment.
Haar gezicht was rood van schaamte.
He felt hot and flushed after running.
Hij voelde zich warm en rood na het rennen.
2.

doorgespoeld, gespoeld

having a sudden rush of water or liquid

:
The toilet was flushed clean.
Het toilet werd doorgespoeld en was schoon.
The drains were flushed out to clear the blockage.
De afvoeren werden doorgespoeld om de verstopping te verhelpen.