fill in

US /fɪl ɪn/

UK /fɪl ɪn/

invullen, aanvullen

to complete a form or document by adding information

•

Please fill in your name and address on the application form.

Gelieve uw naam en adres in te vullen op het aanvraagformulier.

•

I need to fill in some details before submitting the report.

Ik moet nog enkele details invullen voordat ik het rapport indien.

bijpraten, informeren

to provide someone with information they do not have

•

Can you fill me in on what I missed?

Kun je me bijpraten over wat ik gemist heb?

•

The manager will fill you in on the project details tomorrow.

De manager zal u morgen bijpraten over de projectdetails.

inspringen, vervangen

to act as a substitute for someone who is absent

•

I'm happy to fill in for you while you're on vacation.

Ik ben blij om voor je in te vallen terwijl je op vakantie bent.

•

She had to fill in for the absent teacher.

Ze moest inspringen voor de afwezige leraar.