fertile
US /ˈfɝː.t̬əl/
UK /ˈfɝː.t̬əl/
1.
vruchtbaar, productief
producing or capable of producing abundant vegetation or crops
:
•
The Nile Delta is a very fertile region.
De Nijldelta is een zeer vruchtbaar gebied.
•
The volcanic soil is incredibly fertile.
De vulkanische bodem is ongelooflijk vruchtbaar.
2.
vruchtbaar, fertil
(of a person, animal, or plant) able to conceive or reproduce young or new growth
:
•
The doctor confirmed that she was still fertile.
De dokter bevestigde dat ze nog steeds vruchtbaar was.
•
Some species of fish are more fertile than others.
Sommige vissoorten zijn vruchtbaarder dan andere.
3.
vruchtbaar, creatief
(of a mind or imagination) capable of producing many new and inventive ideas
:
•
She has a wonderfully fertile imagination.
Ze heeft een wonderbaarlijk vruchtbare verbeelding.
•
His fertile mind always comes up with innovative solutions.
Zijn vruchtbare geest komt altijd met innovatieve oplossingen.