expansive
US /ɪkˈspæn.sɪv/
UK /ɪkˈspæn.sɪv/

1.
uitgestrekt, uitgebreid, ruim
covering a wide area in terms of space or scope; extensive
:
•
The house had an expansive view of the ocean.
Het huis had een uitgestrekt uitzicht op de oceaan.
•
The company has expansive plans for global growth.
Het bedrijf heeft uitgebreide plannen voor wereldwijde groei.
2.
uitbundig, open, spraakzaam
of a person, having a friendly, open, and talkative manner
:
•
He was in an expansive mood after closing the deal.
Hij was in een uitgelaten stemming na het sluiten van de deal.
•
Her expansive personality made her popular at parties.
Haar uitbundige persoonlijkheid maakte haar populair op feestjes.