Betekenis van het woord episode in het Nederlands
Wat betekent episode in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
episode
US /ˈep.ə.soʊd/
UK /ˈep.ə.soʊd/

Zelfstandig Naamwoord
1.
episode, gebeurtenis, voorval
a single event or group of events occurring as part of a larger sequence; an incident or period of time considered in isolation.
Voorbeeld:
•
The whole episode was a complete disaster.
De hele episode was een complete ramp.
•
He recalled a strange episode from his childhood.
Hij herinnerde zich een vreemde episode uit zijn jeugd.
Synoniem:
2.
aflevering, deel
a part of a serialized story, such as a television series or podcast.
Voorbeeld:
•
I watched the latest episode of my favorite show.
Ik heb de nieuwste aflevering van mijn favoriete serie gekeken.
•
The podcast releases a new episode every week.
De podcast brengt elke week een nieuwe aflevering uit.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland