entertain

US /en.t̬ɚˈteɪn/
UK /en.t̬ɚˈteɪn/
"entertain" picture
1.

vermaken, onderhouden

provide (someone) with amusement or enjoyment

:
He hired a clown to entertain the children.
Hij huurde een clown in om de kinderen te vermaken.
The band played music to entertain the crowd.
De band speelde muziek om het publiek te vermaken.
2.

overwegen, in overweging nemen

consider an idea or suggestion and allow for the possibility of it

:
She refused to entertain the thought of failure.
Ze weigerde de gedachte aan falen te overwegen.
The committee would not entertain any further proposals.
De commissie wilde geen verdere voorstellen overwegen.
3.

ontvangen, gasten ontvangen

receive guests and provide them with food and drink

:
They often entertain friends at their home.
Ze ontvangen vaak vrienden bij hen thuis.
She loves to cook and entertain.
Ze houdt van koken en gasten ontvangen.