downturn
US /ˈdaʊn.tɝːn/
UK /ˈdaʊn.tɝːn/

1.
neergang, recessie, achteruitgang
a decline in economic, business, or other activity
:
•
The company faced a significant downturn in sales last quarter.
Het bedrijf kreeg vorig kwartaal te maken met een aanzienlijke neergang in de verkoop.
•
Many businesses struggle during an economic downturn.
Veel bedrijven hebben het moeilijk tijdens een economische neergang.