downswing
US /ˈdaʊn.swɪŋ/
UK /ˈdaʊn.swɪŋ/

1.
neergang, daling, achteruitgang
a downward trend or decline, especially in economic activity or a person's fortunes
:
•
The company is experiencing a significant downswing in sales.
Het bedrijf ervaart een aanzienlijke neergang in de verkoop.
•
After a period of prosperity, the economy entered a downswing.
Na een periode van voorspoed kwam de economie in een neergang terecht.
2.
neerwaartse slag, downswing
the downward movement of a golf club, bat, or other implement in a swing
:
•
He adjusted his grip for a more powerful downswing.
Hij paste zijn grip aan voor een krachtigere neerwaartse slag.
•
A smooth downswing is crucial for accuracy in golf.
Een vloeiende neerwaartse slag is cruciaal voor nauwkeurigheid bij golf.