divorce
US /dɪˈvɔːrs/
UK /dɪˈvɔːrs/

1.
scheiden
legally dissolve one's marriage with (someone)
:
•
They decided to divorce after twenty years of marriage.
Ze besloten te scheiden na twintig jaar huwelijk.
•
It's sad to see a couple divorce, especially when children are involved.
Het is triest om een stel te zien scheiden, vooral als er kinderen bij betrokken zijn.