dismayed
US /dɪˈsmeɪd/
UK /dɪˈsmeɪd/

1.
ontzet, verslagen
feeling distress or consternation
:
•
She was dismayed by the news of the accident.
Ze was ontzet door het nieuws van het ongeluk.
•
He looked dismayed when he saw the damage.
Hij keek ontzet toen hij de schade zag.