digit

US /ˈdɪdʒ.ɪt/
UK /ˈdɪdʒ.ɪt/
"digit" picture
1.

cijfer

any of the numerals from 0 to 9, especially when forming part of a number

:
•
The number 15 has two digits.
Het getal 15 heeft twee cijfers.
•
Please enter the last four digits of your phone number.
Voer de laatste vier cijfers van uw telefoonnummer in.
:
numeralfigurenumber
2.

vinger, teen

a finger or thumb

:
•
He pointed with his index digit.
Hij wees met zijn wijsvinger.
•
The monkey used its long digits to grasp the branch.
De aap gebruikte zijn lange vingers om de tak vast te pakken.
:
fingerthumbtoe
:
digitaldigital marketingdigital nativedigital cameradigital walletdigital currency