cramp
US /kræmp/
UK /kræmp/

1.
kramp
a painful, involuntary contraction of a muscle or muscles, typically caused by fatigue or strain
:
•
I got a terrible cramp in my leg while swimming.
Ik kreeg een vreselijke kramp in mijn been tijdens het zwemmen.
•
She woke up with a painful cramp in her calf.
Ze werd wakker met een pijnlijke kramp in haar kuit.
2.
beperking, belemmering
a restriction or limitation on something
:
•
The small budget put a cramp on their ambitious plans.
Het kleine budget legde een beperking op hun ambitieuze plannen.
•
His presence put a cramp on the lively conversation.
Zijn aanwezigheid legde een beperking op het levendige gesprek.