conjure up
US /ˈkʌn.dʒər ʌp/
UK /ˈkʌn.dʒər ʌp/

1.
oproepen, tevoorschijn toveren
to make something appear as if by magic
:
•
The magician managed to conjure up a dove from his hat.
De goochelaar slaagde erin een duif uit zijn hoed te toveren.
•
She tried to conjure up an image of her grandmother's face.
Ze probeerde een beeld van het gezicht van haar grootmoeder op te roepen.