conjurer

US /ˈkʌn.dʒɚ.ɚ/
UK /ˈkʌn.dʒɚ.ɚ/
"conjurer" picture
1.

goochelaar, illusionist

a person who performs magic tricks

:
The conjurer pulled a rabbit out of a hat, amazing the audience.
De goochelaar toverde een konijn uit een hoed, tot verbazing van het publiek.
She hired a conjurer for her son's birthday party.
Ze huurde een goochelaar in voor de verjaardag van haar zoon.
2.

bezweerder, oproeper van geesten

a person who summons or controls spirits or demons

:
In ancient tales, a powerful conjurer could command mythical beasts.
In oude verhalen kon een machtige bezweerder mythische beesten bevelen.
The village feared the old woman, believing her to be a conjurer of dark arts.
Het dorp vreesde de oude vrouw, gelovend dat ze een bezweerder van duistere kunsten was.