complaint

US /kəmˈpleɪnt/
UK /kəmˈpleɪnt/
"complaint" picture
1.

klacht, bezwaar

a statement that something is unsatisfactory or unacceptable

:
We received a complaint about the noise.
We ontvingen een klacht over het lawaai.
She filed a formal complaint against her employer.
Ze diende een formele klacht in tegen haar werkgever.
2.

reden tot klagen, bezwaar

a reason for dissatisfaction

:
My main complaint is the lack of communication.
Mijn voornaamste klacht is het gebrek aan communicatie.
He has no complaint about the service.
Hij heeft geen klacht over de service.
3.

kwaal, aandoening, klacht

an illness or medical condition, especially a minor one

:
He went to the doctor with a minor stomach complaint.
Hij ging naar de dokter met een lichte maagklacht.
The patient's main complaint was persistent headaches.
De voornaamste klacht van de patiënt was aanhoudende hoofdpijn.