cling

US /klɪŋ/
UK /klɪŋ/
"cling" picture
1.

zich vastklampen, kleven

hold on tightly to

:
•
The child continued to cling to his mother's leg.
Het kind bleef zich vastklampen aan het been van zijn moeder.
•
Wet clothes cling to the body.
Natte kleding kleeft aan het lichaam.
:
adherestickgriphold fastattach
2.

zich vastklampen aan, vasthouden aan

remain emotionally or intellectually attached

:
•
Some people cling to old traditions.
Sommige mensen klampen zich vast aan oude tradities.
•
He still clings to the hope that she will return.
Hij klampte zich nog steeds vast aan de hoop dat ze zou terugkeren.
:
adhere tostick tohold on tobe attached tobe devoted to
:
clingingcling film