Betekenis van het woord clerk in het Nederlands

Wat betekent clerk in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

clerk

US /klɝːk/
UK /klɝːk/
"clerk" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

bediende, klerk, secretaris

a person employed in an office or bank to keep records or accounts and to undertake other administrative duties

Voorbeeld:
The bank clerk helped me open a new account.
De bankbediende hielp me een nieuwe rekening te openen.
She works as a legal clerk at a law firm.
Ze werkt als juridisch medewerker bij een advocatenkantoor.
2.

winkelbediende, verkoopmedewerker

a person who works in a store, assisting customers and handling sales

Voorbeeld:
The shop clerk helped me find the right size.
De winkelbediende hielp me de juiste maat te vinden.
She worked as a sales clerk during the summer.
Ze werkte als verkoopmedewerker tijdens de zomer.

Werkwoord

1.

als klerk werken, klerkswerk doen

to work as a clerk; to perform clerical duties

Voorbeeld:
He used to clerk for a judge before becoming a lawyer.
Hij werkte als klerk voor een rechter voordat hij advocaat werd.
She will clerk at the front desk during the busy season.
Zij zal tijdens het drukke seizoen als klerk aan de receptie werken.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: