Betekenis van het woord chicken in het Nederlands
Wat betekent chicken in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
chicken
US /ˈtʃɪk.ɪn/
UK /ˈtʃɪk.ɪn/

Zelfstandig Naamwoord
1.
2.
lafaard, bangebroek
a person who is a coward
Voorbeeld:
•
Don't be a chicken, jump in!
Wees geen lafaard, spring erin!
•
He was too chicken to ask her out.
Hij was te laf om haar mee uit te vragen.
Werkwoord
1.
terugtrekken, laf zijn
to back out of a challenge or dangerous situation due to fear
Voorbeeld:
•
He was going to jump, but he chickened out at the last minute.
Hij zou springen, maar hij trok zich op het laatste moment terug.
•
Don't chicken out now, we're almost there!
Trek je nu niet terug, we zijn er bijna!
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
laf, bang
cowardly or timid
Voorbeeld:
•
That was a really chicken move.
Dat was echt een laffe zet.
•
He's too chicken to admit his mistake.
Hij is te laf om zijn fout toe te geven.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: