Betekenis van het woord chicken in het Nederlands

Wat betekent chicken in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

chicken

US /ˈtʃɪk.ɪn/
UK /ˈtʃɪk.ɪn/
"chicken" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

kip

a domestic fowl kept for its eggs or meat, especially a young one

Voorbeeld:
She bought a whole chicken for dinner.
Ze kocht een hele kip voor het avondeten.
The farmer raises chickens for eggs.
De boer fokt kippen voor eieren.
Synoniem:
2.

lafaard, bangebroek

a person who is a coward

Voorbeeld:
Don't be a chicken, jump in!
Wees geen lafaard, spring erin!
He was too chicken to ask her out.
Hij was te laf om haar mee uit te vragen.

Werkwoord

1.

terugtrekken, laf zijn

to back out of a challenge or dangerous situation due to fear

Voorbeeld:
He was going to jump, but he chickened out at the last minute.
Hij zou springen, maar hij trok zich op het laatste moment terug.
Don't chicken out now, we're almost there!
Trek je nu niet terug, we zijn er bijna!

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

laf, bang

cowardly or timid

Voorbeeld:
That was a really chicken move.
Dat was echt een laffe zet.
He's too chicken to admit his mistake.
Hij is te laf om zijn fout toe te geven.
Leer dit woord op Lingoland