chicken feed
US /ˈtʃɪk.ɪn fiːd/
UK /ˈtʃɪk.ɪn fiːd/

1.
kippenvoer
food for chickens
:
•
He scattered chicken feed in the yard for the hens.
Hij strooide kippenvoer in de tuin voor de kippen.
•
The farmer bought a large bag of chicken feed.
De boer kocht een grote zak kippenvoer.
2.
schijntje, peanuts
a very small or insignificant amount of money
:
•
He considered the bonus to be mere chicken feed compared to his usual earnings.
Hij beschouwde de bonus als slechts een schijntje vergeleken met zijn gebruikelijke inkomsten.
•
For a company of that size, a million dollars is just chicken feed.
Voor een bedrijf van die omvang is een miljoen dollar slechts een schijntje.